De vrijmetselaren zijn in Loges gegroepeerd,waarin de opeenvolgende initiaties worden verleend doorheen verschillende graden en tijdens rituele plechtigheden.
De initiatieke overdracht van een zekere spirituele invloed geschiedt door een vaste methode, waarin de symboliek een voorname rol speelt. De rituele thema’s zijn hoofdzakelijk door Bijbelse verhalen geïnspireerd, o.m. in verband met de bouw van de Tempel van Salomo. De initiatie doet een beroep op de volledige mens, op al de mogelijkheden van zijn intelligentie, zijn verstand, zijn bevattingsvermogen, zijn verbeelding, zijn intuïtie en zijn hart. Met een dogmatische leer heeft zij niets gemeen. De vergaderingen grijpen gewoonlijk ‘s avonds plaats, twee- tot driemaal per maand, behalve tijdens de zomer. De initiatieke overdracht van een zekere spirituele invloed mondt bovendien uit in een sfeer van warme broederlijkheid waarin alle leden, welke ook hun sociale afkomst of rang weze, elkaar op voet van gelijkheid terugvinden. Zo werd de toetredingsplechtigheid van Koning George VI van Engeland in de Schotse Loge van Balmoral voorgezeten door de brievenbesteller van het dorp, de Achtbare Meester van deze Loge. De vrijmetselarij kent slechts verschillen die verband houden met de persoonlijke verdiensten. Zij brengt mannen met elkaar in verbinding die uit zeer uiteenlopende kringen afkomstig zijn.
Als vrijmetselaren zijn de leden van de Orde bouwers. Zij bouwen een spirituele Tempel dankzij de ritualen waaraan zij deelnemen, dankzij hun meditatie en hun arbeid in en op zichzelf. Zij bouwen aan zichzelf, zodat zij verlichter worden, broederlijker, bezorgder om het eeuwige dan om het tijdelijke, meer begaan om het essentiële dan om datgene wat aan ruimte en tijd gebonden is.
De rituele vergaderingen worden vaak gevolgd door een gezamenlijke maaltijd. Opvallend in het maçonnieke leven is de tegenstelling tussen de ernst en de ingetogenheid van de zittingen en de ontspannen, vriendschappelijke en opgewekte sfeer, die aan tafel heerst.