Zoals we gezien hebben verbieden de reguliere maçonnieke obediënties dat standpunten worden ingenomen of interventies worden gedaan in politieke of confessionele conflicten en twisten. Daar zij duidelijk hun toewijding aan hun initiatieke taak wensen te onderstrepen weigeren zij zich eveneens uit te spreken over doelstellingen, eisen of protestacties, hoe achtenswaardig die ook mogen zijn. De gevaren die verbonden zijn aan een interventie van de vrijmetselarij in de conflicten van de “profane” wereld, zijn veelvoudig : vrijmetselaars onderling hebben meer dan waarschijnlijk verscheiden meningen over de maatschappelijke problemen die ons omringen. Zij zouden niet kunnen aanvaarden dat hun Grootloge daaromtrent, uit hun naam of uit naam van een meerderheid onder hen, stelling neemt. De reguliere vrijmetselarij mijdt de conflicten van deze eeuw om geen twisten binnen de Loges uit te lokken. Zij geeft er zich maar al te goed rekenschap van dat elke afwijking van deze gedragslijn heel ver zou kunnen leiden. Eén enkele stellingname, zelfs voor het meest eerbiedwaardige doel, zou een precedent scheppen dat onvermijdelijk op nieuwe uitspraken zou uitlopen.
Door zich niet te mengen in de dingen waar ze geen uitstaan mee heeft, kan de reguliere vrijmetselarij afstand nemen van actie. drukkings- of informatiegroepen van om het even welke aard, evenals van politieke partijen, beroepsverenigingen, godsdiensten en van de standpunten die deze in het maatschappelijke leven innemen.
De vrijmetselarij verlangt niets van de macht tenzij de bescherming die aan alle burgers wordt verleend in een democratisch regime : het recht van vereniging en vrijheid van geweten m.a.w. de basisvoorwaarden voor het bestaan van om het even welke maçonnieke organisatie.
Juist omdat de reguliere vrijmetselarij apolitiek is, spreekt het natuurlijk vanzelf dat, buiten de Loge, zij op dit terrein niets van haar leden verlangt : iedereen kan zich naar eigen goeddunken engageren voor zover aan twee voorwaarden voldaan wordt : in de eerste plaats dat men de wet naleeft (terrorisme is bijvoorbeeld onverenigbaar met de maçonnieke ethiek) en in de tweede plaats dat men nooit een standpunt als maçon inneemt. Men verlangt dus van ieder lid dat hij steeds een duidelijk onderscheid maakt tussen zijn maçonnieke en zijn activiteiten en die in in het openbare leven. In de Loge is hij een vrijmetselaar, niets meer, ook niets minder. In zijn partij, zijn vakvereniging, enz. moet hij zich niet kenbaar maken als vrijmetselaar en er nog veel minder voordeel uit trachten te halen. Het rituaal, de geest en het klimaat in een traditionele Loge zullen er verder wel geen twijfel over laten bestaan dat er een onoverbrugbare kloof is tussen de profane en de maçonnieke wereld. Dat betekent natuurlijk niet dat de profane handelingen van de vrijmetselaar niet in zekere mate beïnvloed worden door zijn maçonnieke vorming.